Verlofregelingen voor werknemers
Op deze pagina
- Wettelijke verlofregelingen
- Zwangerschapsverlof en bevallingsverlof
- Geboorteverlof voor partner (kraamverlof, partnerverlof, vaderschapsverlof)
- Adoptieverlof en pleegzorgverlof
- Ouderschapsverlof
- Kortdurend en langdurend zorgverlof
- Calamiteitenverlof en kort verzuimverlof
- Buitengewoon of bijzonder verlof
- Onbetaald verlof
- Heeft verlof invloed op de vakantierechten?
Uw werknemers kunnen verschillende verlofregelingen gebruiken (vrije dagen, vakantiedagen). Er zijn verschillende soorten verlof:
- wettelijk verlof, deze dagen zijn in de wet geregeld
- niet wettelijk verlof (buitengewoon of bijzonder verlof) staat in de cao, de regeling van de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging, de arbeidsovereenkomst of uw bedrijfsreglement
U kunt ook persoonlijke afspraken maken met uw werknemer over vrije dagen.
Wettelijke verlofregelingen
Iedere werknemer heeft recht op vrije dagen in bepaalde situaties. Deze wettelijke verlofregelingen staan in de Wet arbeid en zorg:
- zwangerschapsverlof en bevallingsverlof
- geboorteverlof (kraamverlof, partnerverlof, vaderschapsverlof)
- adoptieverlof of pleegzorgverlof
- ouderschapsverlof
- kortdurend en langdurend zorgverlof
- calamiteitenverlof en kort verzuimverlof
Zwangerschapsverlof en bevallingsverlof
Is uw werknemer zwanger? Uw werknemer heeft recht op verlof als zij onder werktijd een zwangerschapscontrole heeft. Uw werknemer hoeft geen vakantie-uren op te nemen en u moet het loon doorbetalen. Dit staat in de Arbeidstijdenwet.
Uw zwangere werknemer heeft recht op zwangerschapsverlof en bevallingsverlof (in totaal minimaal 16 weken):
- Voor de uitgerekende bevallingsdatum 6 weken zwangerschapsverlof. De werknemer mag zelf weten wanneer het verlof ingaat, maar niet later dan 4 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum. Bij een meerling heeft uw werknemer recht op 10 weken zwangerschapsverlof.
- Na de bevalling: minimaal 10 weken bevallingsverlof. De werknemer mag 6 weken na de bevalling het bevallingsverlof in delen opnemen in maximaal 30 weken. De werknemer moet dit uiterlijk 3 weken na de bevalling aanvragen. U mag dit verzoek niet weigeren, tenzij uw bedrijf dan in ernstige problemen komt.
U betaalt tijdens het zwangerschapsverlof en bevallingsverlof het loon aan de werknemer door. U krijgt van UWV een uitkering. U moet daarvoor een zwangerschapsuitkering aanvragen bij UWV.
Verlof bij laat of te vroeg geboren baby
Het totale verlof (voor en na de geboorte) kan langer zijn dan 16 weken. Bijvoorbeeld als de baby later dan de uitgerekende datum wordt geboren. Het zwangerschapsverlof duurt dan langer en het bevallingsverlof van ten minste 10 weken begint na de geboorte.
Als het kind voor het zwangerschapsverlof wordt geboren, gaat het totale verlof van ten minste 16 weken in.
Verlof als kind in ziekhuis
Wordt het kind tijdens het bevallingsverlof langer dan 7 dagen in het ziekenhuis opgenomen? Dan heeft uw werknemer recht op maximaal 10 weken extra bevallingsverlof.
Overlijdt de moeder bij de geboorte van het kind? Dan kan de partner van de moeder het bevallingsverlof van de moeder overnemen.
Geboorteverlof voor partner (kraamverlof, partnerverlof, vaderschapsverlof)
Uw werknemer heeft recht op 1 werkweek geboorteverlof als zijn of haar partner net bevallen is. Dit wordt ook kraamverlof, partnerverlof of vaderschapsverlof genoemd. Dit verlof kan in de eerste 4 weken na de geboorte van het kind worden opgenomen. Tijdens dit verlof moet u 100% van het salaris doorbetalen. U mag dit verlof niet weigeren.
Aanvullend geboorteverlof
Partners kunnen maximaal 5 werkweken extra geboorteverlof opnemen. Uw werknemer moet het extra geboorteverlof minimaal 4 weken voordat het verlof ingaat bij u melden met een brief of mail. U kunt tot 2 weken voordat uw werknemer met geboorteverlof wil gaan het verlof nog veranderen. Dat mag alleen bij een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang.
U kunt voor het extra geboorteverlof bij UWV de uitkering voor aanvullend geboorteverlof aanvragen voor uw werknemer. De uitkering is 70% van het dagloon. UWV betaalt de uitkering aan u of aan de werknemer. Het kan zijn dat in de cao is geregeld dat u de uitkering aanvullend geboorteverlof moet aanvullen.
Uw werknemer moet eerst de standaard week geboorteverlof opnemen. Het aanvullend geboorteverlof moet uw werknemer binnen 6 maanden na de geboorte van het kind opnemen.
Adoptieverlof en pleegzorgverlof
Werknemers die een kind adopteren of een pleegkind in huis nemen, hebben recht op adoptieverlof of pleegzorgverlof. Het verlof is voor beide ouders en duurt maximaal 6 weken. U kunt voor dit verlof een adoptie-uitkering of pleegzorguitkering aanvragen bij UWV voor uw werknemer.
Uw werknemer vraagt adoptieverlof of pleegzorgverlof minimaal 3 weken van tevoren bij u aan. Uw werknemer mag het verlof verspreid opnemen, in de periode vanaf 4 weken voor tot uiterlijk 22 weken na de komst van het kind. U mag dit niet weigeren, tenzij uw bedrijf ernstig in de problemen komt.
Ouderschapsverlof
Werknemers met kinderen tot 8 jaar hebben recht op ouderschapsverlof. Dit geldt ook voor stiefouders, pleegouders en adoptieouders. Het verlof is voor beide ouders. Het ouderschapsverlof is maximaal 26 keer het aantal uren dat uw werknemer per week werkt (26 werkweken) per kind.
De eerste 9 weken van het ouderschapsverlof zijn betaald. U kunt hiervoor de uitkering betaald ouderschapsverlof (WAZO-uitkering) aanvragen bij UWV voor uw werknemer. Uw werknemer moet deze 9 weken betaald ouderschapsverlof opnemen in het 1e levensjaar van het kind of in het 1e jaar na de adoptie. De uitkering is 70% van het dagloon van uw medewerker.
De rest van het ouderschapsverlof is onbetaald. Uw werknemer kan dit onbetaalde ouderschapsverlof flexibel opnemen tot het kind 8 jaar is.
Het kan zijn dat in de cao of arbeidsovereenkomst is geregeld dat u de uitkering (on)betaald ouderschapsverlof aanvult.
U mag het ouderschapsverlof niet weigeren. Wel mag u uw werknemer vragen om het verlof anders te roosteren. Dat mag alleen bij een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang.
Kortdurend en langdurend zorgverlof
Uw werknemer kan kortdurend zorgverlof opnemen om iemand die ziek is of hulp nodig heeft te verzorgen. Uw werknemer moet de enige zijn die de zorg kan geven. Bijvoorbeeld zorg aan:
- (klein)kinderen
- partner
- (groot)ouders
- broers en zussen
- mensen die bij uw werknemer wonen
- bekenden (bijvoorbeeld vrienden, buren of kennissen)
Bij bekenden moet het logisch zijn dat uw werknemer de zorg moet geven.
Uw werknemer heeft recht op 2 werkweken kortdurend zorgverlof per jaar. Tijdens het kortdurend zorgverlof betaalt u minimaal 70% van het salaris door. Als dit minder is dan het minimumloon, betaalt u het minimumloon.
Langdurend zorgverlof is om iemand te verzorgen die langere tijd ziek is of hulp nodig heeft. Uw werknemer heeft recht op 6 werkweken langdurend zorgverlof per jaar. Tijdens langdurend zorgverlof hoeft u geen salaris door te betalen. Uw werknemer moet langdurend zorgverlof 2 weken van tevoren schriftelijk bij u aanvragen. U mag om informatie vragen om het langdurig zorgverlof te beoordelen.
In de cao of in de regeling van de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging kunnen andere afspraken staan over zorgverlof. Als dat zo is, dan gelden deze afspraken.
U mag zorgverlof alleen weigeren als het bedrijf daardoor in ernstige problemen komt. Als het zorgverlof al begonnen is, mag u dit niet meer stopzetten.
Calamiteitenverlof en kort verzuimverlof
Calamiteitenverlof of kort verzuimverlof is voor plotselinge privéproblemen. Een werknemer moet direct vrij nemen om bijvoorbeeld een ziek kind van school te halen. De partner van de werknemer moet bevallen, of er overlijdt een direct familielid. U mag een redelijk verzoek om calamiteitenverlof niet weigeren. U moet het salaris tijdens het verlof doorbetalen. Calamiteitenverlof of kort verzuimverlof duurt zo lang als het nodig is om het dringende probleem op te lossen. U mag achteraf aan uw werknemer vragen om te laten zien dat het verlof nodig was.
Calamiteitenverlof en kort verzuimverlof zijn wettelijke verlofregelingen. Als er andere afspraken in de cao of in de regeling van de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging staan, dan gelden deze afspraken.
Buitengewoon of bijzonder verlof
Buitengewoon of bijzonder verlof is verlof voor familieomstandigheden of voor een bijzondere gebeurtenis. Buitengewoon of bijzonder verlof is geen wettelijk verlof. Dit verlof is geregeld in de cao, uw bedrijfsregeling of in de arbeidsovereenkomst met uw werknemer. Daarin staat ook hoelang bijzonder verlof duurt en of u salaris doorbetaalt tijdens dit verlof. Voorbeelden van buitengewoon of bijzonder verlof zijn verlof voor:
- een huwelijk (van een familielid)
- een begrafenis (van een familielid)
- een verhuizing
- een ambtsjubileum
- een doktersbezoek
- een examen
- activiteiten voor een vakbond
Onbetaald verlof
Werknemers kunnen in overleg met u voltijd of deeltijd onbetaald verlof opnemen. De arbeidsovereenkomst loopt tijdens het verlof door. Er bestaat geen wettelijk recht op onbetaald verlof. In de cao kunnen afspraken staan over onbetaald verlof.
Heeft verlof invloed op de vakantierechten?
De opbouw van vakantiedagen loopt door zolang een werknemer verlof opneemt. Opgenomen verlofdagen mag u niet aftrekken van de vakantierechten van uw werknemer, tenzij uw werknemer extra vakantierechten heeft en dit is afgesproken in de cao.
Dit artikel is gerelateerd aan:
Zie ook
- Vakantiedagen voor werknemers
- Werktijden en rusttijden voor uw werknemers
- Arbeidscontract afsluiten
- Collectieve arbeidsovereenkomst (cao) volgen
- Zwangerschapsuitkering zelfstandigen (ZEZ)
- Arbeidsomstandigheden voor zwangere en bevallen werknemers
- Ondernemingsraad (OR) of personeelsvertegenwoordiging (PVT)